Onze zintuigen zijn de instrumenten die alle
prikkels ontvangen. Van daaruit wordt de informatie naar onze hersenen gestuurd.
In de hersenen wordt de informatie verwerkt, waarop de hersenen een opdracht
versturen die ervoor zorgt dat we het vereiste gedrag vertonen.
We stellen in de praktijk vast dat het
bijzondere gedrag van personen met autisme niet enkel te wijten is aan hun
manier van losgekoppeld denken, maar ook aan de manier waarop de zintuigen de
prikkels ervaren.
Een gekend voorbeeld van een prikkel waarvoor
veel mensen overgevoelig zijn, is het krassen met een nagel over een
schoolbord. Het bezorgt de meeste mensen kippenvel.
We zien dat personen met autisme veel meer zo’n
reacties vertonen dan de gemiddelde mens en dat deze overgevoeligheden soms een
verklaring kunnen zijn voor hun gedrag.
Het gebeurt ook dat er juist sprake is van een verminderde gevoeligheid voor bepaalde prikkels, zoals bijvoorbeeld pijnprikkels. Deze overgevoeligheid of ondergevoeligheid kan zich zeer verschillend vertonen naargelang het moment, het stressniveau, het kind, de context.
Volgend filmpje geeft je de beleving weer van de zintuiglijke prikkelverwerking van iemand met ASS.